Er lagen op dat moment al zo’n 12 schepen op de rede voor anker , te wachten tot er plaats was aan de kades.

Onder de ten anker liggende schepen  zag ik ook 3  met de nederlandse vlag. Daar wilde ik wel even naar toe om eindelijk weer eens nederlands te kunnen praten en  een heerlijk koel hollands biertje drinken.

Op de Archsum was er uitsluitend Beck’s bier voorradig en dat was geen favoriet van me.

Wat ik ook miste was na je dienst het gezellig nakletsen met de machinist van jouw wacht. Op hollandse schepen was het heel gewoon, dat je na afloop van je wacht bij elkaar kwam en dan onder het genot van een aantal pijpes heiniken en een zware van de weduwe heerlijk kletsen.  Bij duitse schepen had je nog heel sterk rangen en standen. Stuurlieden stonden mijlenver boven machinisten, dus toen

Ik de eerste keer niets vermoedend op de hutdeur van de 3de

machinist klopte verschoot hij en vroeg fluisterend wat ik kwam

doen. Gewoon kletsen onder het genot van een biertje, antwoordde

ik. Hij stond duiedelijk in tweestrijd, maar uiteindelijk trok hij

mij snel z’n hut binnen en smeekte me om fluisterend te praten.

Als deze ontmoeting uit zou komen dan kon hij rekenen op een

geweldige uitbrander van de hoofdmachinist. Van een ontspannen

praatje kwam niet veel terecht en heb ik na volgende wachten

het ook niet meer geprobeerd. Daardoor werd het vrij eenzaam

Aan boord, je collega stuurlieden zag je niet, was jij vrij dan

stonden zij op wacht of lagen te pitten.  De enige die er - leek het wel - altijd waren , was de kaptein en de marconist. Maar dat betekende weer kletsen over de oorlog en dat had ik ondertussen gehad.

Het was inmiddels bekend dat we zeker 4 dagen voor anker zouden  liggen, dus ik besloot op bezoek te gaan op een van de hollandse schepen. Nu kon dat makkelijk, want je was verplicht om de statietrap overboord uit te hebben hangen zodat douane en  immigratie ambtenaren zo aan boord konden komen. Ieder schip had ook een jolletje te water gelaten.  Ik porde een matroos of hij me kon overroeien  en onder de belofte van een paar hollandse biertjes was hij direct bereid mij te helpen. Wij in de jol en waren in no-time op het nederlandse schip. Wat een verademing. Lekker ouwehoeren, een bietje en de kok gooide speciaal voor mij een aantal kroketten in het vet. Helaas na een paar uren moest ik al weer terug naar de Archsum. Bij terugkomst stond de kaptein me al bij de gangway op te wachten. Hoe ik het in mijn hoofd haalde om het schip te verlaten zonder zijn uitdrukkelijke toestemming. En wat zou de douane hier niet van denken, in het ergste geval konden ze vermoeden dat we aan het smokkelen waren en kon de rederij een grote boete tegemoet zien. Uiteraard zou hij zorgen dat ik die moest betalen. Ik was die vent zo zat, dat ik hem even aankeek om vervolgens weg te lopen terwijl hij nog midden in z’n preek zat. Toen hij in de gaten kreeg dat ik hem totaal negeerde stopte hij verbluft en wist niet wat te  doen.  Ik had me voorgenomen, dat als hij doorging ik desnoods in Tripoli zou afmonsteren en per vliegtuig naar huis zou gaan. Dan had hij een groot probleem, want met 2 stuurlieden mocht hij niet varen. Ik denk dat hij dat ook inzag, want hij kwam er niet meer op terug. Sterker nog hij ontliep mij zoveel mogelijk en dat juichte ik toe, want dat hield ook in, geen verhalen over de oorlog.

wpc4bc6a02_0f.jpg

De haven van Tripoli, Lebanon

 

wp31002be8_0f.jpg

Erts laden in  Morphou Bay in Noord Cyprus

Verder

wp5533b116.gif