Ons Piraat jolletje

 

Ik was 12 jaar geworden en mijn vader besloot dat het tijd was geworden om mij wat meer zeil ervaring te laten opdoen.

En om helemaal vertrouwd te raken met alle ins en outs van een zeilboot koos hij ervoor om samen met mij er een te gaan bouwen.

De keuze viel op een toen erg populair jeugd bootje: de piraat jol.

Het bouwpakket bestond uit heel veel stukken hechthout en een aantal schroeven. Zoals wel vaker voorkomt bleken er veel te weinig schroeven bij het pakket te zitten, maar laat ik niet vooruit lopen op het verhaal.

Vol enthousiasme gingen mijn vader en ik aan de slag. Helaas vorderde de bouw erg traag. Dat had een aantal oorzaken.

Ten eerste had mijn vader een drukke baan en kon alleen maar in de weekends aan het bootje werken. Bovendien ging hij vaak op zakenreis naar het buitenland en vertrok dan al op zondag of kwam pas laat op zaterdag terug.

Verder vond mijn vader kant en klare houtlijm maar niks. Hij zwoer bij zelfgemaakte houtlijm, die hij maakte van gekookte vissenkoppen en vissengraten. Dat proces duurde 24 uur en moest vervolgens binnen een dag verwerkt worden.

Het drogen van die lijm kostte ook extra tijd, kortom de voortgang van het bouwproces was bijzonder traag.

Na maanden bouwen was er nog steeds geen vooruitzicht dat de hoeveelheid hout - van een bootje kon je nog lang niet spreken - ooit eens te water zou worden gelaten.

Mijn vader had me strikte orders gegeven om niet in mijn eentje aan de boot te gaan werken.

Op een gegeven moment was mijn vader weer eens voor langere tijd op zakenreis en had ik eigenlijk al de moed opgegeven dat ik ooit nog in mijn piraatje zou kunnen zeilen.

Mijn oudste broer Jouke had al dat trage gedoe in de garage met kromme tenen aangezien en zag nu zijn kans schoon.

Hij stelde voor om samen de boot af te maken. Eerst sputterde ik wat tegen omdat mijn vader mij met nadruk had laten beloven niet zonder hem verder te gaan.

Maar goed na een klein beetje pressie van mijn grote broer ging ik overstag en togen wij aan het werk. Geen vissenlijm, maar gewoon uit een knijpfles en toen bleek dat er een nijpend tekort aan schroeven was werden er spijkers gebruikt.

In een weekend was de piraatjol klaar en zelfs nog 2x gelakt.

De maandag daarop kwam mijn vader thuis en zoals verwacht was hij niet blij. Maar toen wij bezwoeren dat we ons aan de bouw instructies hadden gehouden ontdooide hij iets-se-pietsje.

Hij bleef sceptisch maar gaf ons het voordeel van de twijfel.

Het werd zaterdag en het piraat jolletje werd goed op het dak van de auto gebonden en zo gingen wij: mijn vader, moeder, broer Jouke en ik naar de Jachthaven De Westeinder, uiteraard aan de Westeinder. De toenmalige eigenaar  -   Johannes Botje - was een goede (jeugd) vriend van mijn ouders en daar lag ook ons groter zeilschip, de Moby Dick.

Het jolletje werd voorzichtig te water gelaten en lag er perfect bij. Je kon zien dat dit een meesterwerk was.

Broer Jouke kreeg de eer om als eerste aan boord te stappen. Wel voorzichtig want voordat je het wist lag je om. Hij ging op de steiger zitten met z’n benen in het jolletje, gaf zichzelf een klein zetje en stond trots rechtop naar ons te kijken.

Maar toen gebeurde er iets raars. Jouke werd kleiner en kleiner. Er kwam een blik vol ongeloof in zijn ogen. Het werd doodstil totdat mijn broer helemaal onder water verdween. De spijkers en lijm die wij hadden gebruikt om de bodem aan de romp vast te maken, hadden los gelaten en mijn broer verdween dus met een losse bodem onder water. Mijn moeder kreeg de slappe lach, maar mijn vader liep rood aan en niet van de pret. Er kwam slechts 1 woord over zijn lippen, maar zodanig dat iedereen op de hele Westeinder dat woord kon horen, vervolgens draaide hij zich om en liep naar de auto. Jouke kwam kletsnat en totaal van slag boven water met de bodem stevig in zijn handen. De boot en bodem werden weer op de auto geladen en zo reden we in ijzige stilte weer naar ons huis in Bennebroek.

Mijn vader heeft er verder weinig woorden aan vuilgemaakt .

Er werd weer door mijn vader en mij in de weekends aan de jol gewerkt en eindelijk - na maanden - was daar dan de grote dag van de hernieuwde tewaterlating in de Westeinder. Dit keer mocht ik hem uittesten en uiteraard was hij nu helemaal waterdicht.  Al met al heb ik er 3 jaar met veel plezier mee gevaren en er hoop zeil ervaring mee opgedaan.

Uiteindelijk is hij verkocht en mocht ik met de Moby Dick gaan zeilen.

Ruim 20 jaar later heb ik voor mijn kinderen en uit nostalgische motieven een 2de hands hechthouten piraat jolletje gekocht, toevallig bij jachthaven De Westeinder. Niet bij Botje, want die had zijn bedrijf al jaren daarvoor verkocht.

Toen ik het bootje eens goed bekeek bleek het ons oude jolletje te zijn. Hij was wel behoorlijk verwaarloosd, maar toch kon ik aan een aantal kenmerken zien dat het ons zelf gebouwde bootje was. Bij de zwaardbun lekte hij een klein beetje, maar dat was gauw verholpen.

Helaas bleken onze kinderen niet van die zeilers in spé te zijn, dus uiteindelijk hebben we hem na 2 jaar weer verkocht.

 

 Index      

 

 

 

 

 

 

 

index

wp5533b116.gif