Zo ver waren we nog nooit weg geweest; de jungle dat betekende avontuur, tijgers, slangen, kampvuur en alles wat je als jeugdige nog meer kon verlangen.

Om zo goed mogelijk voorbereid te zijn kregen we nog een aantal lessen in survivallen.

Wat inhield: nooit op blote voeten lopen, maar minstens “alpagatos” aan en nooit alleen de jungle in. Het liefst met 3 of meer personen. En altijd melden als je wegging.

Eindelijk was de grote dag aangebroken en uitgezwaaid door zowat het hele Shell dorp ging de colonne van 2 auto’s en een jeep op weg naar het grote avontuur. Eerst ging het nog door het redelijke dorre en vlakke land, maar in het begin van de middag kwamen we in bosrijk gebied aan, het begin van de jungle.

De weg werd wat smaller en was allang geen asfalt meer maar een gewone zandweg. In droge periode hard en redelijk goed te berijden maar in het natte seizoen in feite onbegaanbaar voor normale auto’s.

Maar goed wij zaten nog een maand voordat het regen seizoen zou beginnen dus er was niets aan de hand (dachten we toen nog).

                                     wp22228968_0f.jpg

                                              Punta Cardon - Siburua

 

Om de zoveel 100 meter was de weg doorsneden door een diepe geul die normaal droog stond maar in de regentijd veranderde in een wild kolkende rivier.

Na een half uurtje rijden werd er besloten dat we op een mooie plaats waren aangekomen en gingen we van de weg af naar een redelijk braak liggend veldje.

Naast juf Swart waren er nog 2 begeleiders mee (allebei vrouwen). In totaal waren er 8 of 10 boy scouts mee.

Het was de bedoeling om een aantal tenten neer te zetten, maar vanwege het gevaar van slangen, schorpioenen en ander bijtgraag gespuis werd er besloten om zoveel mogelijk gebruik te maken van hangmatten.

Dus binnen de kortste keren hingen er een aantal hangmatten tussen de bomen.
Er was alleen een tent voor de begeleiders (privacy?) en een voor het eetwaar.

Een paar meter buiten ons kampje liep een klein riviertje en alhoewel het ijskoud water was sprongen alle kinderen erin.

Ondertussen maakten de dames het eten klaar en het duurde niet lang of de heerlijke geur van een zelf gemaakte nasi goreng verspreidde zich door het bos.

Eén keer roepen dat het eten klaar was, was genoeg om ons snel uit het water te krijgen. Na het eten was er eerst corvee: afwassen, afdrogen en opruimen.

Daarna wilden wij weer direct het water in, maar dat mocht niet.

Toen gold nog de regel: na eten mag je het eerste uur niet het water in.

Bovendien begon het al schemerig te worden en dat hield in dat het binnen een kwartier donker zou zijn en dan kon je de boomstronken onder water niet meer zien, dus het werd ook te gevaarlijk om nog het water in te gaan.

 

 

 

 

Verder

wp5533b116.gif