Vervolg

Van Venezuela waren we ondertussen weer naar Nederland verhuisd, zij het tijdelijk, want in 1956 gingen we alweer op reis; dit keer naar Indonesia en wel naar de Shell compound Pladju - aan de Musi - in Sumatera.  Ik kwam al die tijd weinig tot vliegen toe; als er al gereisd werd ging dat per boot.  Maar daar kwam verandering in toen mijn moeder en ik een jaar later terug naar Nederland gingen. Ik zou naar de middelbare school gaan en mijn ouders vonden dat Nederland  daarvoor de aangewezen plek was.

Zo stapten we in Djakarta in een Lockheed Super Constellation L 1049

van de KLM voor de vlucht terug naar Schiphol. Vond ik de DC 3 al een

van de mooiste toestellen ooit gebouwd, dan was de L 1049 oftewel de

Super Connie wel het aller mooiste toestel ooit gebouwd. Passagiers liepen

weg met het toestel, maar de cockpit bemanning was wel wat gereser-

veerder. De ster motoren - gelukkig 4 stuks - waren niet zo betrouwbaar,

het gebeurde toch vrij regelmatig, in ieder geval te vaak, dat er tijdens

de vlucht een van de motoren het begaf.  Nu was dat niet direct een

probleem, want een vliegtuig is zo geconstrueerd dat hij op 50% motor-

vermogen moet kunnen door vliegen. Maar prettig lijkt het me niet.

Onze vlucht ging perfect. Oh ja, de Super Connie had nog iets specifieks.  Nadat het toestel was opgestegen werd er met bijna vol vermogen zo snel mogelijk hoogte gemaakt. Eenmaal op de gewenste kruishoogte aangekomen dan werd de spoed van de propellers aangepast. Het toerental werd tijdelijk verlaagd zodat de propellers zonder gevaar in een andere stand geplaatst konden worden, daarna werd het toerental weer wat opgevoerd. Bij elk vliegtuig met zuigermotoren gebeurde dit, maar bij de Super Connie was de overgang extra duidelijk hoorbaar. Op een gegeven moment stopte het motor geronk  en werd het doodstil. Dit duurde ongeveer 10 seconden en daarna kwam het gebrom weer terug, maar nu rustiger.

Ik schrok me de 1ste keer echt te pletter en vreesde dat het gebeurd was en wij te pletter zouden vallen, Maar na 15 seconden kon ik weer gerust adem halen. Aan de zuchten om mij heen kon ik opmaken dat ik niet de enige was geweest die even in de piepzak had gezeten.

 

                                                             

                                                              Na de propellervliegtuigen kwamen de straalmotoren opzetten en mijn eerste

                                                             ervaring was met een Super Caravelle 3 van Air Algerique. De vlucht ging van

                                                             Oran naar Parijs.  Nadat iedereen was ingestapt en de deuren waren gesloten,

                                                              kwam de cabincrew erachter dat er 3 passagiers teveel aan boord waren.

                                                              Dit bleek wel vaker voor te komen, want van consternatie of paniek was geen

                                                             sprake. Twee passagiers konden tijdens de start en landing op een extra

                                                              stewardess stoel plaats nemen en nummer 3 werd verzocht op de grond te gaan

                                                             zitten en zijn voeten stevig te verankeren aan 2 stoelen voor hem.

                                                              De passagiers die naast hem zaten werden verzocht hem bij zijn arm goed vast te   

                                                              pakken en zo zijn we vertrokken. Ik zat op de achterste rij, zonder raampje, maar ik kon de motor buiten des te beter horen. Wat maakte dat ding een klere herrie.

Ik was blij toen we in Parijs konden overstappen in een DC 9 van de KLM.

wp1c582d13_0f.jpg
wpf054685f.jpg

Super Constellation

Super Caravelle 3

wp2acce319_0f.jpg

DC 9  van de ALM op Hato a/p

Verder

wp5533b116.gif