Verder waren er ook een aantal zwembaden aan boord.  Binnensdek had je een wat kleinere zoetwaterbad, maar in de open lucht had je 2 grote baden gevuld met zeewater. Eén bad voor de passagiers van dek B,C en D en het andere bad was voor de passagiers van de andere dekken.

Elke dag waren er wel activiteiten voor de kinderen, film voorstellingen, goochelshows en knutsel middagen. Kortom vervelen als kind hoefde je niet.

Voor volwassenen lag het iets anders, maar daar was ik nog te jong voor om me daarover druk te maken.

Ik begreep wel van ma dat hoe langer de reis duurde des te handtastelijker  een aantal mannen werden, zeker als ze flink aangeschoten waren, waarbij ze vrouwen zonder man als jachtwild  beschouwden.

Ma heeft op een gegeven moment iemand zelfs een oorvijg verkocht en daarna had ze een tijd geen last meer.

 

Goed we waren net de Golf van Biskaje uit of we kregen het bericht dat er oorlog was uitgebroken tussen Israel en Egypte. Als gevolg van die oorlog had Egypte het Suez kanaal gesloten.

Daar waren wij dus mooi klaar mee; een hoop mensen hadden zich al verheugd op het bezoek aan Port Saïd, maar dat feest ging dus niet door.

Dat hield in dat we onze koers via de Kaap de moesten verleggen en al gauw kwam de bevestiging via de boordomroep  dat de volgende aanlegplaats Kaapstad zou worden.

Aangezien ik mij aan boord prima vermaakte vond ik die route wijziging prima.

 

De walvis

 

Een dag voor aankomst in Kaapstad voelde ik om een uur of 10 in de ochtend opeens een lichte schok door het schip gaan en de trilling die het schip normaal had veranderde; hij werd iets heftiger.

Wat bleek?

We waren tegen een slapende walvis – waarschijnlijk een vinvis – aangevaren en deze lag nu voor de boeg in 2-en geknakt.

Normaal mochten passagiers niet op het voordek komen.

De toegangen er naar toe waren geblokkeerd door een aantal waterdichte deuren.

Op die deuren stond luid en duidelijk vermeld dat onder geen enkel beding die deuren geopend mochten worden door niet gecertificeerd personeel, oftewel door passagiers.

Maar toen een aantal matrozen ter inspectie naar het voordek gingen vergaten ze de deuren te sluiten met als gevolg dat hordes passagiers het voordek op stroomden, waaronder ik..

Door de kluisgaten kon je inderdaad de walvis zien die wij getorpedeerd hadden. Hij lag precies in het midden geknakt voor de boeg.

Als een botte zaag sneed de boeg uiterst langzaam door de walvis heen.

Elke keer als door de deining de boeg wat omhoog kwam, verscheen de walvis ook gedeeltelijk boven water en klonk er een akelig gekreun. Verder leek het of er ook nog een stoomwolk uit z’n luchtgat kwam.

Kortom het leek er net op dat hij nog leefde.

Dat was reden voor een aantal mensen om naar boven naar de brug te roepen om het schip te stoppen, zodat de walvis bevrijd zou worden en weer verder kon zwemmen.

Tot grote woede van een aantal mensen werd op die oproep niet gereageerd.

Wel kwamen er een aantal matrozen en de 1ste stuurman het voorschip op om ons met zachte hand weer achter de waterdichte deuren te krijgen.

Later kwam de kapitein met een verklaring.

Door de botsing was de walvis al direct in 2-en gebroken en was hij op slag dood. Het gesnuif wat we hoorden was niets anders dan water die in en uit z’n longen werden geperst.

Verder vertelde hij dat het stopzetten van de machines veel consequenties met zich meenam. De machines moesten eerst op lichtere olie worden overgezet dan konden ze stoppen; vervolgens kon de walvis los komen van de boeg en daarna moesten de machines weer opgestart worden en konden ze langzaam weer op volle toren worden gebracht.

Verder

wp5533b116.gif